De hoofdpersoon van deze klassieke roman uit 1936 is de bohémienachtige, in een Parijse volksbuurt werkende arts Ferdinand. Met blinde rancune en briljante humor beschrijft hij de misère van zijn jeugd. De enige echt gelukkige tijd beleeft hij als hulpje van een uitgever-uitvinder-zwendelaar. Wanneer deze zich een kogel door de kop jaagt besluit Ferdinand zich aan te melden voor het leger.