Madrid, 1938. Carlos Tejada Alonso y Leon is wachtmeester in de Guardia Civil. Het is een ongewone rang voor iemand die nog geen dertig is, maar Tejada is ook een ongewone soldaat. Door de bittere burgeroorlog tussen Franco's nationalisten en de communistische republikeinen werd hij gedwongen om zijn rechtenstudie te onderbreken. Als telg uit een conservatieve familie van herenboeren is Tejada vanzelfsprekend ijveraar voor de zaak van de Franquista's, hij is een toegewijde, en nu zegevierende nationalist. De republikeinen hebben de strijd eindelijk opgegeven en de Guardia Civil probeert de orde te herstellen in Madrid. In die periode vindt Tejada het lijk van zijn beste vriend Paco, een oorlogsheld en lid van de Guardia Civil. Paco is op klaarlichte dat neergeschoten. Uiteraard verdenkt Tejada de communisten van de moord. En de vrouw met de rode sjaal die naast het stoffelijk overschot knielt, zou makkelijk de dader kunnen zijn. Maar al gauw begint Tejada te twijfelen en hij kan niet anders dan de zaak toch helemaal uitzoeken. Met grote kundigheid en gevoel voor couleur locale schetst Pawel een fascinerend verhaal gesitueerd tegen de achtergrond van Madrid vlak na de Spaanse Burgeroorlog.