Over de dood spreekt men over het algemeen liever niet. Gelukkig wordt het stilzwijgen meer en meer doorbroken. Ook dit boek wil daartoe een bijdrage leveren in de vorm van een handreiking. De schrijver reikt mensen de hand om te helpen bij de begeleiding en verzorging van mensen voor wie de dood aanstaande is. En via de begeleiders en verzorgers wil hij zo steun geven aan de stervenden zelf. De auteur heeft bij dit alles gekozen voor de pastorale toonzetting. Hij gaat een gesprek aan met de lezer en vertelt deze over mensen die de dood voor ogen hebben: wat is hun gevoelsleven, hoe zien zij de werkelijkheid om zich heen, wat zijn hun vragen, enzovoort. Daarnaast gaat de auteur in op het machteloze gevoel van de omstanders, de vraag naar euthanasie, de angst of juist verlangen bij stervenden en de keuze tussen begraven en cremeren. Bij dit alles speelt de betekenis van het christelijk geloof een belangrijke rol. De auteur schrijft vanuit een brede ervaring in het omgaan met stervenden en vanuit een bewogenheid met hen en hun nabestaanden.