'Een dolk op onze keel.? Zo noemt prins Dar van de Westlanden de nieuwe vesting Zhak Gral, die is opgetrokken door het Paardenvolk, de eeuwenoude vijanden van de mens. Om deze dreiging ongedaan te maken, doet de elfenprins een beroep op zijn bondgenoten: het dwergenvolk van de noordelijke bergstreek en het mensvolk van Deverry. Maar het vastbesloten paardenvolk weet zich gesteund door de machtigste bondgenoot van allemaal: de godin Alshandra.