Ooit was er een tijd dat we met een blik op de sterren recht in de hemel meenden te kunnen kijken. Naarstig zijn we op zoek gegaan naar antwoorden, naar oorzaken, naar verklaringen, naar God. Maar hoe diep we ook in het heelal kunnen kijken, hoe ver we ook terug kunnen gaan in de tijd, hoe vaak we ook de horizon van ons kennen verleggen: in de natuur komen we God niet tegen. Integendeel, even blind en stom en meedogenloos onverschillig staat de natuur tegenover haar eigen schoonheid, als tegenover het onnoemelijk lijden dat ze veroorzaakt. Heeft het spreken over God nog zin, nu de zoektocht naar een godsbewijs in de natuur een dood spoor lijkt en ons bestaan even toevallig is begonnen als het zal eindigen? Zijn er dan nog vragen waar alleen de religie een antwoord op heeft? In dit boek licht Eugen Drewermann, theoloog en psychotherapeut, in een gesprek met journalist Jürgen Hoeren, de nieuwste bevindingen van de moderne kosmologie toe en waagt hij zich aan de theologische vragen die deze inzichten onherroepelijk met zich meebrengen.