Toen Menno Wigman in 1997 als dichter debuteerde met de bundel ’s Zomers stinken alle steden, werd hij afgeschilderd als decadente romanticus en poète maudit. Inmiddels heeft hij vier dichtbundels, enkele bloemlezingen en ettelijke vertalingen op zijn naam staan, en is het duidelijk dat hij zich ontwikkeld heeft tot een van de meest vooraanstaande dichters van ons taalgebied. ‘Poëzie van een vakman die weet wat hij wil,’ schreef Alfred Schaffer over zijn werk, en Arie van den Berg noemde zijn gedichten ‘virtuozer dan Vasalis’. Wigman componeert transparante, technisch perfecte poëzie die in een lange traditie staat en die in 2001 bekroond werd met de Jan Campertprijs voor Zwart als kaviaar. In zijn laatste bundel Dit is mijn dag vielen vooral zijn volstrekt eigentijdse, soms behoorlijk verontrustende gedichten op. In De droefenis van copyrettes heeft Menno Wigman zijn mooiste gedichten geselecteerd. ‘Al zijn gedichten zijn perfect van ritme, klank en mooi verdoezeld rijm.’ guus middag, nrc handelsblad ‘Rauwe, maar transparante en afgemeten bezweringen.’ mustafa stitou, vrij nederland ‘Het zou me niet verbazen als Wigman later, veel later, als onze botten het stof hebben opgezocht, net zo zal worden gewaardeerd als Gerrit Achterberg, Maurice Gilliams en Martinus Nijhoff.’ ingmar heytze, passionate ‘Wigman _ ik heb het al eens eerder beweerd _ is een begenadigd dichter. Vooral omdat hij zo veel regels heeft die blijven hangen.’ theodor holman, het parool ‘De dandy van de desillusie.’ erik jan harmens, trouw Menno Wigman (1966) is dichter, vertaler en bloemlezer. Voor zijn bundel Zwart als kaviaar ontving hij de Jan Campertprijs. In 2006 werd hij door Poetry International gevraagd de Gedichtendagbundel te schrijven.