In 1994, een jaar na de doorbraak van de Friese dichter Tsjêbbe Hettinga tijdens de Frankfurter Buchmesse, verscheen voor het laatst een historische bloemlezing van de Friese poëzie. Sindsdien heeft zich een nieuwe generatie dichters aangediend, die het verdient om ook buiten Friesland gelezen te worden. Zo is er het licht absurde werk van dichters als Anne Feddema en Cornelis van der Wal, het romantische en muzikale oeuvre van Albertina Soepboer en de sterk filosofische poëzie van Elmar Kuiper. Festivals als Poetry International en de Wintertuin boeden ruimte aan deze Friese poëzie, maar een podium in boekvorm was nog niet beschikbaar. Reden voor de dichters Hein Jaap Hilarides en Tsead Bruinja om een brede tweetalige bloemlezing samen te stellen, waarin kennis gemaakt kan worden met het spannende, vrolijke en soms weemoedige werk van de nieuwe Friese dichters.