Londen, 1939. Een ruim dertigjarige Duitse emigrant, een jurist uit Berlijn die kort tevoren met zijn joodse vriendin in Engeland was beland, zet zich aan het schrijven van een boek over het Duitsland dat hij is ontvlucht. Met de adem van de gebeurtenissen in zijn nek, schrijft hij snel en doelmatig. Het boek verschijnt in mei 1940, als Nederland, België en Frankrijk al gevallen zijn. Om zijn achtergebleven familie niet in gevaar te brengen kiest hij een pseudoniem: Sebastian Haffner. Het is het eerste boek in de reeks geschriften van Haffner over de Duitse geschiedenis, internationale politiek en de Tweede Wereldoorlog. Systematisch en haarscherp analyseert hij de krachtsverhoudingen in Duitsland. Niet alleen geeft hij zijn eerste, direct rake karakterschets van Hitler (potentiële zelfmoordenaar) en de overige nazi-leiders (wier partij zonder Hitler niets voorstelt), maar hij karakteriseert ook de Duitse bevolking. Omdat 'de Duitsers' de rol van dader en slachtoffer (Jekyll & Hyde) allebei past, onderscheidt hij hen naar de houding die men tegenover het regime inneemt. Sebastian Haffner verleent in dit boek ongevraagd en onomwonden advies over beleid en propaganda aan Engeland, dat hem gastvrijheid heeft geboden. Hij doet dit in een meesterlijk boek, 'een echte Haffner'(Trouw), dat juist door zijn datering een sensatie is om te lezen.