Studente Olga Spier reageert op een advertentie waarin vrijwilligers voor een toneelstuk worden gevraagd. Ze wordt aangenomen en begint met vier jonge medespelers aan de repetitites onder leiding van regisseur Cas Klink, een charismatische persoonlijkheid met duivelse trekjes. Na de opvoering stelt Cas voor om de zomer door te brengen in het afgelegen Twentse landhuis Wolfsgrond. Binnen de groep ontstaat een broeierige, beklemmende sfeer. De spanningen lopen in een hoog tempo op, totdat uiteindelijk een gruwelijke daad een einde maakt aan wat eens zo idyllisch begon. Duizend hotels gaat over mensen die geen afscheid kunnen nemen van de roes van de jeugd. In een bezwerende stijl voert Hans Dekkers de lezer binnen in een wereld die zowel kluchtig als huiveringwekkend is.