We gaan er als vanzelfsprekend van uit dat ieder van ons een identiteit heeft, maar als ons op de man of vrouw af wordt gevraagd wie we dan wel zijn, weten we het opeens niet meer zo goed. We noemen onze naam, maar wat zegt die eigenlijk? We vertellen ons beroep, maar is dat wel zo relevant? We beginnen over onze afkomst, maar doet die er nog toe? Onze identiteit lijkt te bestaan, maar vervluchtigt in een wereld waarin iedereen op internet een nickname heeft, een jobhopper is of een wereldburger wil zijn. Dus wordt het tijd voor grondige overpeinzingen – van jonge filosofen als Stine Jensen en Rob Wijnberg. We ontlenen ons 'ik' aan allerlei heel concrete dingen: aan ons lichaam, onze liefdes, ons lijden, ons verleden, ons seksuele leven, onze behoefte aan erkenning en de groep waartoe we behoren. En aan grote denkers die de mens geprobeerd hebben te definiëren. Jensen en Wijnberg blikken terug op die geschiedenis en voegen er hun eigentijdse visie aan toe. Met Dus ik ben leveren ze een beeld van onze identiteit waarmee we waarlijk voort kunnen.