'Schaffers gedichten kenmerken zich door eenvoud, zonder saai te zijn. Ze zijn onnadrukkelijk, zonder alledaags te zijn; humoristisch, maar zonder banaal te worden, ontroerend maar nooit larmoyant; absurdistisch, maar niet tot in het ongerijmde. Via zijn lichte, losse taal maak je kennis met een tot weemoedstemmend levensgevoel,' aldus het juryrapport van de C. Buddingh' Prijs 2001. In zijn tweede dichtbundel, Dwaalgasten, gaat Alfred Schaffer op zoek naar de grenzen van de verbeelding, al houdt hij de werkelijkheid nauwlettend in het oog. De heldere en magnetische taal, wars van frivioliteiten of een eenvoudige anekdotiek, zet de lezer voortdurend aan het werk. De gedichten zijn sober, meerduidig en uiterst intrigerend. De dwaalgasten zijn divers, van een priester tot Superman, van een astroloog tot een hypnotiseur die de hem omringende wildernis tracht te duiden. Dwaalgasten laat de ontwikkeling zien van een waarachtig dichter met een krachtige, heldere stem en een eigen geluid. Citaat uit de juryverantwoording bij de nominatie voor de VSB Poëzieprijs: Het resultaat is intrigerend, onderhoudend en brengt de uitdagende dichtershorizon van Schaffer dichtbij de neus van de lezer. Met Dwaalgasten bewijst Schaffer dat hij onbevreesd tussen belofte en een uitdagende toekomst staat.