In de bezettingstijd verzette Brandsma zich tegen de besmetting van kranten door de nationaal-socialistische waanideeën die hij voor uiterst gevaarlijk hield. Samen met de aartsbisschop, dr. Jan de Jong, ontwikkelde hij een strategie om de hoofdredacties van de dagbladen die begin 1942 nog verschenen, duidelijk te maken dat de uiterste grens was bereikt. Deze principiële opstelling leidde, na verraad uit de kring van de katholieke pers, tot zijn arrestatie op 19 januari 1942. Het was het begin van een martelgang die op 26 juli van hetzelfde jaar eindigde in het concentratiekamp Dachau.