Mijn verovering van de mooie jonge vriendin vond plaats in het prille begin van de jaren vijftig. Hoewel de Tweede Wereldoorlog alweer geruime tijd achter ons lag waren het jaren van grote schaarste. De koninklijke familie zag zich gedwongen boterhammen met schuifkaas te eten met op zondag een knollentaartje toe. Hoog bezoek uit het buitenland moest zijn eigen biefstuk meenemen. Watertandend keken onze prinsesjes toe. Soms kregen ze een hapje toegeschoven. Dan was het feest op Soestdijk. Het gerucht gaat dat men een keer ten einde raad een pasgeboren prinsje heeft geslacht en opgepeuzeld. Zo komt het dat Beatrix koningin is geworden. Hoe dan ook, het waren harde dagen voor ons volk en de koninklijke familie deelde ons leed.''Als Remco Campert een lichtvoetig schrijver is, dan is dat niet bij gebrek aan ernst, maar uit afkeer van zwaarwichtigheid.' de Volkskrant