Als de moeder van de vierjarige Henk overlijdt, besluit zijn vader dat het beter is dat zijn opa en oma hem opvoeden. Als weduwnaar met een boerderij ziet hij geen kans voor de jongen te zorgen. Henk bezoekt zijn vader regelmatig en helpt met het boerenwerk. Maar dat verandert als zijn vader hertrouwt met Cornelia en er kinderen komen. Als het gezin wil gaan verhuizen naar de Wieringermeer, waar een grotere boerderij te koop is, willen vader en Cornelia graag dat Henk meegaat. Gevleid door het verzoek, stemt hij toe. Al snel krijgt hij verkering met Feikje en trouwt met haar. Dan komt het bericht dat zijn opa hem graag tot zijn erfgenaam wil benoemen, maar Henk maakt bezwaar. Dat recht komt toch zijn vader toe! Deze begrijpt dat Henk heeft geweigerd maar zegt hem toe dat hij zijn deel zeker zal krijgen. Als echter een aantal jaren later Cornelia overlijdt en de erfenis verdeeld gaat worden, komt Henk voor een bijzonder onaangename verrassing te staan.