De held van dit verhaal is teder en gewelddadig, hoffelijk en boertig, aangrijpend en lachwekkend. Hij is altijd op de vlucht en komt daardoor in de meest bizarre situaties terecht. Daarom gaat hij ten slotte maar in de aanval. In de drie dagen en nachten die Een roos opeten beslaat maakt de hoofdpersoon voor het eerst kennis met zijn verwekker, maar verliest hem weer even snel. Hij beleeft een stormachtige liefde, een duister avontuur met zijn bovenbuurvrouw en nog duizend avonturen. Intussen bedreigt de slopershamer zijn huis. De sloopkogel sloeg tegen mijn huis met een klap alsof het een botsing met een andere planeet was. De hele muur deukte in. Ik was zo bang. 'Wacht! Wacht even! Ik ben nog in het huis!' riep ik uit het raam. Maar de planeet was alweer onderweg. De machinist - die toevallig op God leek, met zijn baard en handen van dynamiet - kon hem niet meer op tijd tegenhouden. 'Vakwerk en vermaak, krankjorem' de volkskrant 'Prettig en mysterieus' NRC Handelsblad 'Bordewijkachtig' Vrij Nederland 'Prachtige bewonderenswaardige, on-Hollandse vertelstijl.' Geert Mak