‘Het leven is hard en de dood is een groot democraat,’ schreef Herman Franke in augustus 2009. Met deze zin opende hij de brief waarmee hij schrijfster Manon Uphoff berichtte dat hij ongeneeslijk ziek was. ‘Misschien heb ik nog een jaar of wat om een slotdeel van mijn helaas niet meer doorlopende roman te schrijven, maar misschien gaat het allemaal veel sneller.’ Twaalf maanden later overleed hij. Manon Uphoff en Herman Franke leerden elkaar in 1995 kennen tijdens een boekpresentatie bij hun destijds gezamenlijke uitgeefhuis. Hun zielsverwantschap groeide door de jaren heen uit tot een hechte literaire vriendschap, waarin ze elkaar brieven schreven over literaire, politieke en relationele kwesties. In deze briefwisseling zijn de brieven uit het laatste vriendschapsjaar gebundeld, een jaar waarin twee schrijvers door het lot gedwongen afscheid van elkaar te nemen terwijl de wereld genadeloos doordraait. De brieven van Herman Franke worden geleidelijk korter, zeer tegen zijn zin: ‘Het schrijvend denken + de motoriek van het typen, ik kan er niet zonder, ze vormen mijn wezen (..) Als je me maar blijft schrijven, Manon.’ En dat doet ze, met brieven waarin ze hun vriendschap viert.