"Als licht het duister raakt" is het eerste boek van Truus van Eijk (Utrecht, 1965), maar de gedichten in dit debuut zijn zeker niet de eerste die ze heeft geschreven. Truus van Eijk zingt en schrijft al van jongs af aan. Haar gedichten moeten altijd gezongen kunnen worden. Als ze schrijft zit ze niet aan de piano, maar aan 'de kleine piano van de ziel', zoals Vestdijk het toetsenbord noemde. De composities in deze bundel zijn liederen, waarvan de melodie tussen de regels wordt meegeleverd. Tere liefdesliedjes, maar ook symfonische passages met geroffel op de pauken en schallend koper. Truus heeft een breed palet, ook in onderwerpen. We horen, om nog even in muzikale beeldspraak te blijven, in haar gedichten zowel Ierse volksmuziek als mythische treurliederen, filmmuziek en ironische harmonieën. Genietend van “Als licht het duister raakt” kunt u hier zelf invulling aan geven. De dichteres heeft het hart op de tong, wat blijkt uit de geladenheid van haar gedichten. Nog een enkel woord over de taal: de samenklanken vallen zo soepel in het ritme van de regels dat ze misschien pas opvallen als je ze hardop voorleest. Je gaat vanzelf meezingen…