Toneel is vluchtig. Als het doek gevallen is, is het weg. Wat rest zijn een paar foto’s, naar zweet stinkende kostuums, recensies en sterke verhalen. Een boek schrijven over een toneelspeler is een hachelijke onderneming, een boek over Joop Admiraal is zo mogelijk nog idioter. Hij was ‘uniek’, had iets ongrijpbaars, was ‘met geen pen te beschrijven’. Maar zweverigheid en romantisch gedoe, daar moest Joop niks van hebben. ‘Ik zie er niet uit als een acteur,’ zei hij over zichzelf, ‘alleen op het toneel gebeurt er iets met me.’ Wat er precies gebeurde zal niemand ooit weten. Wel wat het opleverde. Als er twee mensen het toneel opkwamen keek je naar hém. Als er zeventien acteurs opkwamen keek je óók naar hem. Met de voorstelling U bent mijn moeder, waarin hij zowel zichzelf als zijn dementerende moeder speelde, schreef hij theatergeschiedenis. In dit boek volgen we het bijzondere leven van Joop Admiraal, vanaf zijn debuut bij de Nederlandse Comedie in 1959 tot aan zijn onverwachte dood in 2006.