MKet de komst van de draadloze telefonie en vele ander draadloze toepassingen, heeft zich in onze wereld een nieuw soort vervuiling aangediend: de elektromagnetische vervuiling, ook wel 'elektrosmog' genoemd. Bij 'smog' denken we meestal aan een soort mist, maar 'elektrosmog' is niet direct te zien, te voelen of te horen. Deze vervuiling is niet helemaal nieuw, maar in de afgelopen tien jaar is het niveau van deze vervuiling explosief gestegen. Talloze diensten en particulieren maken tegenwoordig gebruik van draadloze communicatie, zoals GSM en UMTS voorn telefoon en basiszenders, DECT huistelefoons, WLAN en WiFi voor het verbinden van computers, Digitenne voor digitale televisie, babyfoons, C2000 voor politie en brandweer, enz. Elk jaar komen er nieuwe systemen bij. Inmiddels zijn er in Nederland meer mobiele telefoons dan inwoners. Al deze telefoons werken met behulp van vele tienduizenden indringende zenders, gemonteerd op hoge palen, geschroefd aan gebouwen, verborgen onder verlaagde plafonds en soms zelfs heel kunstig verstopt in bomen en ornamenten, Deze zenders zenden een 'hoogfrequente gepulseerde elektromagnetische straling' uit. Voor de straling op straatniveau hebben we geen zintuig, zodat we deze straling niet bewust voelen, maar de effecten van het binnendringen van deze straling in ons lichaam kunnen we wel voelen. Veel mensen merken daar vrijwel niets van, anderen hebben er een beetje last van of worden er – schijnbaar zonder aanwijsbare oorzaak – ziek van, maar voor sommigen is deze straling een voortdurende kwelling.