En toen was alles meetbaar, en toen mocht de koning alleen nog lintjes knippen, en toen mocht je helemaal nergens meer roken, en toen was iedereen in balans, en toen was alles live, en toen sprak de wet voor zich, en toen waren we gelukkig, en toen waren we alleen nog een brein, en toen hadden ook dieren rechten, en toen was iedereen gelijk. En toen groeven we ons eigen graf. In En toen wisten we alles fileert Coen Simon de utopische pogingen om voor eens en voor altijd alle problemen op te lossen. In plaats van te strijden tegen ongemak en onwetendheid, pleit hij voor de menselijke maat van een oppervlakkig leven.