Sommige families zijn een sterk slag mensen. Nelleke Noordervliet heeft haar overgrootmoeder gekend. Engelbertha Teljeur-Wiggelaar was van 1856. Ze overleed op 97-jarige leeftijd, bij de pinken en vinnig. Toch waren de omstandigheden niet optimaal. Het was armoe troef, zeker als je een groot gezin had. Maar hoe arm ze ook was, margarine heeft ze nooit op haar brood willen doen. Altijd roomboter. Nelleke Noordervliet schetst het leven van haar overgrootmoeder. Sommige dingen wist ze: Engelbertha's oudste dochter werd verwekt door een heer van stand. En Abraham Teljeur, jonge zilversmid, ontfermde zich over de ongehuwde moeder. Andere dingen zocht ze op in archieven en bibliotheken. Naar veel moest ze raden. Wat veranderde er in dat lange leven? In Nederland. Voor vrouwen. Voor arbeiders. Wat betekende dat voor Engelbertha's dochters en kleindochters? Hoe worden familieverhalen overgeleverd? En familietrekken? In een mengeling van memoire, geschiedschrijving, fictie en essay komt het portret van 'ouwe oma' Teljeur en haar nageslacht tot leven en trekt Noordervliet de lijnen naar de tijdgenoten en naar de lateren.