Leo Engelbert, de aan leven, drank en vrouwen verslingerde slager, wordt omringd door de meest uiteenlopende personages. Zijn streng katholieke vrouw, zijn hoer die hem Engel noemt, zijn dubieuze personeel, de onverbiddelijke biechtvader, de kinderen die het milieu ontvluchten of anderszin ontsporen.... In deze roman is Van Keulen op haar best: geestig, meedogend en meedogenloos.