Evelien van Brakem hoort andere mensen altijd maar zeggen dat zijn alles heeft wat haar hartje begeert: een leuke man, twee leuke dochters, en een leuk huis in het leukste stukje Amsterdam: Oud-Zuid. Toch begeert haar hart niet alleen nog veel meer van hetzelfde, het begeert ook: een baan in de horeca, een vakantie die niet in het water valt, een man die haar hartstochtelijk bemint, een nieuw huis, een zorgeloze jeugd voor haar kinderen, vrede op aarde, een perfecte bikinilijn en altijd gladde benen zonder scheren of harsen. Bovenal wil ze geen trut zijn. In Eigen benen slaat Evelien nieuwe, onverwachte wegen in. 'Krijg toch allemaal de klere,'zingt ze steeds vaker als ze de wasmachine leeghaalt, de lunchpakketten voor de kinderen klaarmaakt of zich voor de spiegel opmaakt om met haar man uit eten te gaan.