Zoals Rip Van Winkle naar zijn geboortestad terugkeerde en ontdekte dat alles daar veranderd was, zo keert de schrijver Nathan Zuckerman na elf jaar afwezigheid terug naar New York. Eenzaam op zijn berg in New England heeft Zuckerman alleen maar geschreven: geen stemmen, geen media, geen terreurdreiging, geen vrouwen, geen nieuws, niets anders aan zijn hoofd dan zijn werk en het klimmen der jaren. Terwijl hij als een geest uit het verleden door Manhattan waart, heeft hij al snel drie ontmoetingen die van zijn zorgvuldig gekoesterde isolement weinig heel laten. Ten eerste is er het jonge echtpaar met wie hij in een onbewaakt ogenblik een woningruil overeenkomt. Zij willen in zijn buitenhuis het Manhattan van na elf september ontvluchten en hij keert terug naar het leven in de stad. Vanaf hun eerste ontmoeting wil Zuckerman ook niets liever dan zijn isolement verruilen voor de erotische uitdaging van de jonge vrouw, Jamie, wier aantrekkingskracht weer alles in hem wakker maakt waarvan hij afscheid dacht te hebben genomen: intimiteit, het opwindende spel van hart en lichaam. Daarna ontmoet hij een personage uit Zuckermans jeugd, Amy Bellette, vriendin en muze van Zuckermans eerste literaire held, E.I. Lonoff. De eens zo onweerstaanbare Amy is nu een oude, door ziekte gesloopte vrouw, die waakt over de nagedachtenis van die onaantastbaar integere Amerikaanse romancier die Nathan de eenzame weg naar het schrijversberoep heeft gewezen. De derde ontmoeting is met Lonoffs biograaf in spe, een jonge literaire speurhond die vrijwel geen middel schuwt om Lonoffs ‘grote geheim’ te ontrafelen. Ondanks zijn wens en vaste voornemen zich voortaan verre te houden van liefde, rouw, begeerte en antipathieën, begeeft Zuckerman zich in een innerlijk drama vol opwindende, pikante mogelijkheden.