Edgar Allan Poe wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van het korte verhaal. In de betrekkelijk korte periode van scheppende activiteit die zijn leven toeliet, heeft Poe met geniale intuïtie en grote denkkracht de theorie van de moderne dichtkunst en het kote verhaal ontwikkeld en n praktijk gebracht. Zijn verhalen zijn nog altijd de gaafste voorbeelden van het genre. Met een klassieke soberheid, een tot in alle onderdelen voelbare spanning en een meesterlijk taalgebruik, blijven zij ook de hedendaagse lezer steeds opnieuw boeien. Binnen de uiterst eenvoudige vorm verbergen zij een onuitputtelijke rijkdom aan oorspronkelijke fantasie. In deze bundel zijn o.a. opgenomen: De gouden keer, De moorden in de Rue Morgue, De val van het huis Usher en De put en de slinger.