Op de laatste avond van zijn vakantie ontmoet inspecteur Mallet van Scotland Yard in een antiek plattelandshotelletje een beminnelijke, wat filosofisch aangelegde oude heer. De volgende ochtend vindt men deze man dood in het bed van zijn hotelkamer. Over de doodsoorzaak bestaat geen twijfel: een overmatige dosis medinal. Minder duidelijk is echter welke omstandigheden de oude man ertoe gebracht hebben en zo fatale hoeveelheid van een slaapmiddel in te nemen. Was het een ongeluk, zoals zijn dochter gelooft - zelfmoord, zoals de plaatselijke politie (en ook inspecteur Mallet) aanneemt - of moord, zoals de zoon van de dode staande houdt? De justitie is zozeer van haar gelijk overtuigd dat zijn geen reden ziet voor verder onderzoek. De weduwe en de kinderen - mede verontrust door de bepalingen van een levensverzekeringspolis - denken er echter anders over en besluiten zelf het recherchewerk ter hand te nemen. Dat gaat hen aanvankelijk niet slecht af, maar tenslotte is het toch de vakman Mallet die het boeiende mysterie tot een logische en toch verrassende oplossing brengt. "De fatale polis' is een voorbeeld van een klassieke detectiveroman: de verteltrant die van begin tot einde boeit, een intrige die gaaf is opgezet, een ontknoping die ook de scherpzinnige lezer overrompeld en niettemin de logica geen geweld aandoet.