Helen O'Mara lijkt een normaal leven te leiden: ze houdt haar huis schoon, ze oefent yoga en ze past op haar kleinkinderen. Maar in gedachten keert ze voortdurend terug naar haar overleden man Cal. Op Valentijnsdag in 1982 zonk tijdens een storm het booreiland waarop Cal werkte. Alle vierentachtig mannen aan boord kwamen om. Als Helen jaren later op een winteravond wordt gewekt door een telefoontje van haar zoon John gaan de sluizen van haar geheugen helemaal open. John heeft een meisje zwanger gemaakt en wil dat Helen hem vertelt wat hij moet doen, maar zij kan alleen aan haar eigen relatie met Cal denken. Terwijl haar zoon worstelt met het vooruitzicht vader te worden, beseft Helen dat ze haar verdriet een plek moet geven in haar leven.