Twee tegenpolen: Zane komt uit de Nieuwe Wereld (Phoenix, Arizona), Ute uit de Oude (Oost-Duitsland, Oost-Berlijn). Zane kijkt vol wrok op zijn jeugd terug, Ute met nostalgie. Zane is schilder, Ute fotograaf. Ze treffen elkaar op een kasteel in Brandenburg. Beiden zullen een bijdrage leveren aan de overzichtstentoonstelling van Lyonel Feininger (1871-1956) in Berlijn, beiden vragen zich af hoe ze de Duits-Amerikaanse futurist voorbij kunnen streven. In hun werk? In hun onverzoenlijke levenshouding? Of in een liefde die alle grenzen overschrijdt? De schrijver is der Dritte im Bunde. Met duivels plezier brengt hij Zane en Ute samen. Hij tolkt, luistert, kijkt toe en stuurt tot hij de greep op de gebeurtenissen verliest. Dan gaat het verhaal zijn eigen weg en zit hij tegenover een bedrogen echtgenoot. Met Feininger voorbij schreef Jan Brokken een verrukkelijke novelle die zich laat lezen als een parabel op de twintigste eeuw.