In de voorchristelijke tijd kende men in bijna alle culturen en volken inwijdingsscholen of mysteriescholen. Op die scholen werden de leerlingen stap voor stap ingewijd in de verborgen geheimen van het leven op aarde en van de geestelijke wereld. In die tijd was die opleiding echter voorbehouden aan enkel bekwame leerlingen, die door de priester(es) zelf werden uitgekozen. Jezus heeft die oude, geheime inwijdingsweg voor iedereen toegankelijk gemaakt. Het gewone, alledaagse leven werd voortaan het lesmateriaal, dat de leerling(e) nodig heeft om op die inwijdingsweg te vorderen. In dit boek wordt beschreven hoe je dan wel met het leven kunt omgaan, als je in dit leven gevoelig wilt worden voor de verborgen geheimen en als je geestelijk wilt groeien en een ingewijde wilt worden. Daarbij gaat het allereerst om het ontwikkelen van die gevoeligheid, die jou bewust maakt van de roeping die in ieders leven tot ons komt. Die gevoeligheid ontluikt alleen, als we bereid zijn om te werken aan onszelf. Het gaat om een groeiende eerlijkheid en zuiverheid, om een groeiend zelfbewustzijn dat ons in staat stelt onze angsten los te laten, en om stille groei in liefde. Geduld, discipline en vertrouwen zijn sleutelwoorden bij die stille en meestal door anderen nauwelijks opgemerkte innerlijke groei. We zullen leren luisteren naar de innerlijke stem. Hoe verder we vorderen op de inwijdingsweg, hoe meer er een plek van onaantastbare stilte en rust in ons groeit, en hoe meer we ons gaan herinneren van wat we eigenlijk allang als weten in ons meedragen, maar ons nooit bewust geworden zijn. We komen in verbinding met wat door de oude traditie altijd 'de Christus in ons' genoemd werd. Wie werkelijk wil bijdragen aan de genezing van de aarde en de mensheid, zo leerde Jezus ons, die heeft geen andere keuze dan het gaan van de inwijdingsweg. De werkelijke genezer immers geneest eerst zichzelf. En daarom zijn wijzélf, en is de strijd met ons ego, de inzet bij het gaan van de inwijdingsweg.