Ciska Baar werd geboren in Indonesi brgt;Haar eerste jaar in het toenmalig Nederlands-Indi ing in onbewuste droomtijd voorbij.De Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan de zorgeloosheid.Vijfenveertig jaar na haar terugkeer naar Nederland reist ze naar het land van haar jeugd.Het komt weer allemaal boven:Het onbegrip van de volwassenen, haar verblijf in een Jappenkamp, de angst, de onzekerheid, de vlijmende pijn.Ze durft zich nog steeds niet over te geven, bang de controle te verliezen.In haar boek schakelt ze steeds tussen verschillende perioden in haar leven: de jeugd, het kamp, de reis.Die reis door heden en verleden schokt haar, maakt haar bang, maar verzekert haar tevens, dat ze er soms toch iets van begrijpt.En het heeft allemaal met elkaar te maken.Ciska Baar kiest een bijzondere stijl voor haar verhaal.Soms gebruikt ze staccato-achtige zinnen, die je de adem benemen.Dan weer schrijft ze lyrisch, soepel en speels.En met haar sfeerbeschrijving van Indonesi rengt ze het land heel dichtbij.