De pastoor van het gehucht Montelice, zeven huizen in de Apennijnen, ziet op een dag een oude vrouw bij het kanaal. Vergezeld door haar geit legt zij elke dag kilometers door de bergen af om bij de wasplaats de kleding van de dorpsbewoners te wassen. Ook wast ze voor de slager de darmen van varkens. De oude man raakt geïntrigeerd door de vrouw, Zelinda. Zelinda stelt op haar beurt de pastoor een belangrijke vraag, die de oude man ernstig in vertwijfeling brengt. Andermans huis, een klassieker uit de Italiaanse literatuur, is een sober en ingehouden poëtisch meesterwerk. D’Arzo’s taalgebruik is van een tijdloze kracht.