Het vermogen om te denken, om gedachten in alle vrijheid hun gang te laten gaan, is bij ieder van ons heel groot. We beseffen meestal niet hoe wij met onze gedachten omgaan, en al helemaal niet hoe die zelfgemaakte gedachten met óns omgaan. We gebruiken ons denken zo als we dat van onze ouders geleerd hebben. We vragen ons niet af of zaken die we in het leven meemaken op zichzelf staan, of ze een relatie hebben met de manier waarop gedachten ons beheersen, of dat ze bijvoorbeeld algemeen van aard zijn. We zijn niet gewend om onze gedachten te ordenen; we rangschikken ze niet, en we controleren ook niet of ze ook wel kloppen, of ze eerlijk zijn, of de waarheid bevatten. Op deze manier hebben onze gedachten een vrijheid die ze meestal niet aankunnen. Ze vragen, net als het leven van de mens zelf, om structuur. Maar wie van ons heeft geleerd, dat je zelf je denken kunt sturen?