Somalië aan de vooravond van de burgeroorlog. Terwijl in de hoofdstad Mogadishu het geluid van machinegeweren weerklinkt, krijgt Kalaman bezoek van zijn jeugdliefde Sholoongo, van wie wordt beweerd dat ze magische krachten bezit. Ze is gekomen om Kalaman om een gunst te vragen die te maken heeft met een eed uit hun jeugd. Door Sholoongo's bezoek beleeft Kalaman zijn verleden opnieuw. Hij wordt meegesleept in een maalstroom van herinneringen, geheimen en mythes waarvan hij dacht dat hij ze allang achter zich had gelaten. Terwijl Kalaman steeds meer te weten komt over de vreselijke geheimen van zijn familie, wordt hij geconfronteerd met de waarheid over zijn eigen afkomst.