Het derde deel van Sybren Polet's autobiografie beslaat de twee decennia aan het eind van de twintigste eeuw en het begin van de nieuwe eeuw, een periode waarin zijn schrijverschap een belangrijke wending neemt. Met veel elan begint Polet in de jaren '90 aan een nieuwe fase in zijn schrijverschap, die resulteert in een comeback: zijn verzamelde gedichten worden uitgegeven, zijn monumentale roman De hoge hoed der historie wordt juichend ontvangen.