Gurdjieffs naam komt na zijn overlijden (in 1949) uit een achtergrond vol tegenstrijdigheden naar voren als één der grote geestelijke meesters die in overgangstijden verschijnen in de geschiedenis van de mensheid. Gedreven door een scherp inzicht in de richting die door de hedendaagse beschaving is ingeslagen, stelde hij zich tot taak zijn tijdgenoten te confronteren met de noodzaak van innerlijke ontwikkeling waardoor zij zich bewust zouden worden van de werkelijke betekenis van hun bestaan op aarde. De in dit boek verzamelde aantekeningen hebben betrekking op enkele van de bijeenkomsten die vrijwel iedere avond rondom Gurdjieff plaatsvonden, waar en onder welke omstandigheden hij zich ook bevond. De verslagen die het grootste deel van dit boek vormen worden voorafgegaan door drie andere teksten van verschillende aard. De eerste en tevens de oudste - 'Flitsen van waarheid', daterend van 1915 - is het verhaal van een Russische leerling over zijn eerste ontmoeting met Gurdjieff in de omgeving van Moskou voor de revolutie. De beide andere teksten, respectievelijk van 1918 en 1924, bevatten lezingen die door Gurdjieff werden gehouden voor een groter publiek. Het boek eindigt met 'Aforismen'. Deze waren op het doek boven de muren in het Study House van de Prieuré opgetekend in een alfabet dat alleen de leerlingen konden ontcijferen.