De 'science fiction' heeft zich de laatste jaren in het werk van diverse auteurs ontwikkeld tot een volwaardige literatuurvorm. Onder de grote namen der science fiction schrijvers neemt de Engelsman John Wyndham een eervolle plaats in. Zijn werken kenmerken zich door een prachtige stijl, bondige verhaaltrant en rake karaktertekening. Hij heeft geen 'bizarre, fantastische, 'onmogelijke' werelden nodig om zijn spannende verhalen op te bouwen. In De Getekenden worden ze niet verplaatst in een supertechnische maatschappij, maar juist in een zeer primitieve, die de atoomoorlog overleefd heeft. Door de grote radioactiviteit ontstaan er bij plant, dier en mens steeds mutaties, afwijkingen. Deze primitieve boerenbevolking heeft een religieus fanatisme ontwikkeld; als hoogste wet geldt, dat al wat van de 'norm' afwijkt, vernietigd moet worden. In totaal verblinde 'rechtvaardigheid' wordt dit principe keihard doorgevoerd. Er is geen liefde, alleen 'recht', althans wat als zodanig gezien wordt. Wanneer nu enkele kinderen ontdekken dat zij weliswaar lichamelijk aan de 'norm' voldoen, maar geestelijk niet (zij bezitten telepathische gaven), houden zij dit angstvallig geheim. Wyndham weet een intense spanning te creëeren, die zich tenslotte als de kinderen volwassen gaan worden moet ontladen in een niets ontziend conflict van mens tegen mens. Vlucht, achtervolging, strijd. Tenslotte vinden zij elders een maatschappij waar telepathie normaal is, en waar de angst voor een liefdeloze omgeving plaats maakt voor de vrede van het begrepen worden, de liefde van de mensen onderling.