Het verzet tegen de staatsalmacht, gesymboliseerd door de Leviathan van Thomas Hobbes, heeft een belangrijke weerslag gehad op de politieke vormgeving van de Europese samenleving. Een ‘liberale’ strategie voorzag in een beschermend rechtsstatuut voor de individuele burgers. Een ‘sociale’ strategie, die onder meer in conservatieve en kerkelijke kringen werd ontwikkeld, streefde naar een versterking van het sociaal weefsel als tegenwicht tegen de staatsmacht. Geleidelijk raakten beide tendensen met elkaar verweven. Het gevecht met Leviathan besteedt vooral aandacht aan het sociaal verweer tegen de gecentraliseerde natiestaat en wordt opgebouwd rond de fascinerende biografie van de Oostenrijkse topdiplomaat Gustav von Blome, een kleinzoon van Metternich en een belangrijk opponent van Bismarck. Hij speelde een centrale rol in de Zwarte Internationale, een geheime lekenorganisatie in dienst van het Vaticaan, en in de Unie van Fribourg, een richtinggevende sociale denktank. Hij bracht een verbinding tot stand tussen het conservatisme en de christendemocratie, die een grote invloed uitoefende op de Europese integratie. Aan de hand van Blomes biografie schildert Emiel Lamberts een breed fresco van de internationale politiek, de vormgeving en invulling van de moderne staat en de politieke en sociale opstelling van het pausdom. De vervlechting van biografische en maatschappelijke gegevens leidt tot een meeslepend verhaal, vol verrassende reminiscenties aan La Comédie humaine van Honoré de Balzac. ‘Op donderdag 12 augustus 1852 organiseerde gravin Kazakov, een van de vele Russische aristocraten die toen in Parijs verbleven, in haar residentie in de Faubourg Saint-Honoré een soiree, waarop vooral buitenlandse gasten aanwezig waren. In de regel werden er in de zomermaanden in de Franse hoofdstad weinig mondaine activiteiten georganiseerd. De coryfeeën van de beau monde leefden immers vanaf juni op hun domeinen in de provincie of brachten geruime tijd door in een van de vele kuuroorden in binnen- en buitenland. (...) Een van de gasten van de gravin was Gustav von Blome, een afstammeling van een oud adellijk geslacht uit het hertogdom Holstein in Noord-Duitsland. De 23-jarige edelman had een jaar eerder zijn rechtenstudies beëindigd aan de universiteit van Berlijn. Hij bereidde zich in Parijs voor op een diplomatieke carrière in Oostenrijkse dienst, door een grondige studie van het Frans, de culturele en diplomatieke voertaal van die tijd.’ Emiel Lamberts (1941) is emeritus hoogleraar nieuwste geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven. Samen met Hans Blome redigeerde hij de Geschiedenis van de Nederlanden. Tot zijn belangrijkste publicaties behoren verder Christian Democracy in the European Union (1945-1995) en The Black International (1870-1878).