Heel Israel gonst van de geruchten over Jesjoea van Nazaret. Wie is Hij? Is Hij de Messias op wie het volk wacht? Maar waarom bewijst Hij dat dan niet - waarom grijpt Hij niet in en moet Israel nog altijd zuchten onder de Romeinse overheersing? Zahav, de dochter van een rabbi, droomt ervan om een van haar bermoede gebedssjaals aan de Messias te geven... en ze droomt van een eigen gezin. Omdat een wijnvlek haar gezicht ontsiert mag ze volgens de wet niet trouwen. Zahav is dankbaar voor alles wat ze heeft - welvaart, waardering, een liefhebbende vader die haar ook heeft leren lezen en schrijven - maar ze is eenzaam en haar leven lijkt uitzichtloos. Dan wordt ze verliefd op Alexander, een Griek met een verleden en een zoon die bezeten is. Maakt hun verboden liefde een kans? Voor Manaen en Susanna lijken betere tijden aan te breken, nu ze getrouwd zijn en veilig op hun landgoed bij Betsaida wonen. Maar Manaen kan zijn blindheid niet accepteren en wordt verteerd door bitterheid over wat hem aangedaan is. Is er iemand die zijn ogen én zijn hart kan genezen?