Op 1 mei 1975 sluit de geheime dienst, gekleed in pakken voor chemische oorlogsvoering, een dierentuin in een kleine Tsjecho-Slowaakse stad hermetisch af en geeft opdracht tot vernietiging van de grootste in gevangenschap levende groep giraffes ter wereld. Er is nooit een verklaring gegeven voor deze actie, en vragen stellen had geen zin. Deze slachting vormt de kern van Ledgards eerste, hartverscheurende roman. Giraffe is tegelijkertijd levendig en niet van deze wereld, een verhaal over onbekend en uitheems zijn, over wezens die vreemd en stil zijn, over gevangenschap en over de bewoners van een totalitaire staat die door hun bestaan slaapwandelen. Het is een verhaal dat evengoed nooit verteld had kunnen worden, maar Ledgard volgde jarenlang elk spoor dat hij over deze vreemde gebeurtenis kon vinden en bracht zo de lang verborgen waarheid aan het licht. De prestatie van de roman ligt echter niet in het aan de vergetelheid ontrukken van de 49 schepsels, hoewel deze prestatie niet gering is. De giraffes dringen door in de levens van de mensen om hen heen; sommigen worden bang, anderen blijven onverschillig, maar in enkelen ontbrandt een vonk die tijdelijk de verdoving van het stilzwijgen uitbant evenals de angst waarvan hun wereld doortrokken is. Giraffe is een prachtige meditatie over de stille manier waarop gewone mensen medeplichtig worden aan misdaden die in hun midden worden gepleegd. Giraffe is ook een sprookje over het vermogen van levende wezens om ons te bekoren en ons te doen ontwaken, zij het niet met een behoedzame kus... J.M. Ledgard is in 1968 geboren op de Shetlandeilanden, Schotland, en opgegroeid in Engeland, Schotland en Amerika. Sinds 1995 is hij correspondent voor The Economist en hij heeft lang in het voormalige Tsjecho-Slowakije gewoond. Momenteel woont hij in Afrika met zijn Tsjechische vrouw en hun zoontje. Ledgard is een fervent dierentuinbezoeker en heeft er al zo'n tachtig over de hele wereld bezocht.