In dit land is het heel gewoon geworden om argwanend, soms zelfs vijandig tegen religie aan te kijken. Men beroept zich daarbij ideologisch graag op de verlichtingsfilosofen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Maar laten die Verlichters nu zelf vrijwel allemaal religieus zijn geweest! Ze noemden zich weliswaar vaak atheïst, maar dan in de betekenis van die tijd: los van oude dogma's. Hannemieke Stamperius geeft in dit boek weer hoe de Verlichtingsdenkers over God schreven. Hun teksten zijn niet alleen zeer leesbaar en fris, maar vaak ook vermakelijk en zelfs ontroerend. Onze tolerantie, die vaak niet meer dan onverschilligheid is, valt in het niet bij de religieuze tolerantie van toen, die godsdienstvrijheid als godsdienstgelijkwaardigheid zag - mits geloven met verstand gepaard ging. Hannemieke Stamperius' herlezing van de teksten van de verlichtingsdenkers is ronduit onthullend. In onze tijd waarin de plaats van religie in cultuur en samenleving onduidelijk is, kunnen deze teksten helpen een weg te vinden tussen kritiekloze omarming enerzijds - en radicale afweer anderzijds.