Meester Frieda Degraeve mag dan al advocate zijn aan de balie te Gent, ze heeft ook een uitgesproken interesse voor kerkgeschiedenis. Zonet heeft ze een ernstig naslagwerk gepubliceerd over vrouwen in de katholieke kerk, haar stokpaardje, met de veelbelovende titel Duos habet et bene pendentes, het oude ritueel waarmee de mannelijkheid van de pas verkozen paus wordt gecontroleerd. Een lijfelijke check die wordt uitgevoerd door de jongste kardinaal in functie, nadat de paus heeft plaatsgenomen op een speciaal daarvoor ontworpen stoel met gaten, de sedes stercoraria. Want een vrouw op de troon van Petrus (of is het die van Maria Magdalena?) is de ergste nachtmerrie voor het Vaticaan. Een nachtmerrie die wel eens werkelijkheid zou kunnen zijn, want meester Frieda Degraeve en haar opdrachtgever – een mysterieuze priester met een topfunctie in het Archivum Secretum van het Vaticaan – komen op het spoor van het onweerlegbare bewijs van het historische bestaan van Johanna, de legendarische vrouwelijke paus uit de negende eeuw die de katholieke kerk al twaalf eeuwen verdeelt. Het is een spoor dat Frieda Degraeve en haar gezel naar Praag voert, naar Fulda, Athene en Rome, in een beklijvende maar levensgevaarlijke zoektocht naar een graf en een boek dat de Congregatie voor de Geloofsleer – ontstaan uit de inquisitie – koste wat het kost vernietigd wil zien. Op gevaar van eigen leven gaat meester Frieda Degraeve op zoek naar de waarheid. Een waarheid die haar stoutste dromen overtreft, en de fundamenten van het katholicisme onderuithaalt.