Goede raad komt er bij apotheker Eichler in volzinnen uit. Tegen de vrouw zonder haren zegt hij dat alles goed komt. De matrone laat hij in de waan dat ze haar remedie zelf heeft bedacht. In het oor van de bejaarde roept hij: 'U bent nog jong!' Alleen met zichzelf weet hij geen raad. Zijn geluk is het ongeluk dat op een avond voor zijn deur gebeurt. Daar ligt de fiets, daar ligt het meisje, en ineens is de pijn aanwijsbaar.