Vloekend en tierend rijdt Bart de Bard van Amsterdam naar zijn geboortedorp – in z'n achteruit, want vooruit wil zijn Fiat niet meer. Jaren eerder beleefde hij in een sprookjesachtig dorp op de Domrechtse Heuvelrug zijn eerste grote liefde voor Roos. Bart droomde ervan een groot acteur te worden, Roos wilde naar de hotelschool om haar leven te kunnen doorbrengen in schitterende grand hotels. Maar de tijd slaat vele wonden: de liefde raakte gecorrumpeerd en de grote dromen spatten uiteen. Om Roos te vergeten is Bart verhuisd naar Amsterdam. Maar vergeten lukt niet. Zoals hij zelf constateert: 'Je kunt jezelf maar één keer weggeven.' Er rest hem niets anders dan het verleden opnieuw in herinnering te roepen. Martijn Knol wisselt woedende Céline-achtige monologues intérieurs – hard en ritmisch – af met een even sensueel als ontluisterend liefdesverhaal vol knipogen naar Nabokov en andere literaire helden. Zijn ongekende taalvirtuositeit doet de roman schokken en vloeien, sprankelen en gloeien. Aphinar is een muzikaal en beeldend boek over liefde en vergankelijkheid, ijdelheid en eerzucht, theater en taal en over het onvermogen van de kunst om werkelijk te troosten.