Opnieuw is hier een parel uitgebroed, die ligt te roepen in de woestijn der Nederlandse letteren, schrijft ons de heer O.B.B. te R. Maar de titel, die men op dit juweel gedrukt heeft, springt mij in het oog als een misgreep die mij van het hart moet. Immers; hierin wordt de nadruk gelegd op de waarschuwingen van de stuurlieden aan de wal, die de heer binnen schieten wanneer hij in de sloot zit. Zelfs een held heeft wel eens een misverstand in zijn denkraam, dat men hem in de schoenen kan schuiven. Maar men mag het hem niet in de mond leggen omdat het een bittere pil is, die hem voorgoed het zwijgen kan opleggen. En dat zou de hartader van onze cultuur tot op de bodem treffen. Ik zal de misplaatste naam van dit flonkerende epos dan ook hoog met de uitgever opnemen.