Waarom heet dit boek Appeltjes voor de Vorst? Het antwoord is eenvoudig. Een christen die nou toevallig toespraken houdt en boeken schrijft over zijn geloof, is in één belangrijk opzicht niet anders dan een christen die toevallig een groentewinkel drijft. Als een groenteman en ik samen in de hemel komen, zullen we gelijk zijn in Gods ogen, met dit verschil dat ik (hopelijk) gekend zal worden aan mijn vruchten, terwijl hij gekend zal worden aan zijn vruchten én groenten. Dit boek is een verzameling grappen, verhaaltjes, sketches en gedichten die ik de mensen vanaf de podia naar het hoofd heb geslingerd. De meeste zijn humoristisch (bedoeld), een paar zijn droevig of ernstig en de rest tart iedere beschrijving.