'En in de krant die avond stond, wat Han G. Hoekstra ervan vond.' Behalve dichter voor kleine en grote mensen was Han G. Hoekstra (1906-1988) een journalist van het type dat inmiddels vrijwel is verdwenen: literair begaafd, veelzijdig en met een open geest voor maatschappelijke ontwikkelingen. Ruim voor Annie M.G. Schmidt met Het fluitketeltje haar dwarse geluid liet horen, schiep Hoekstra het kind 'met altijd vuile handen, meestal een gat in zijn mouw en ongepoetste tanden'. In stoutigheid en fantasie rolde Hoekstra de loper uit voor de latere koningin van de kinderliteratuur. Iedereen bij Het Parool – Eli Asser, Simon Carmiggelt, Jeanne Roos, Annie M.G. Schmidt – bewonderde hem om zijn charme, lichtheid van toon en rijke verbeeldingskracht. Enige tijd nadat hij in 1972 voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huygens-prijs had ontvangen, begon hij de greep op het leven en op zijn dichterschap te verliezen.