Over Hans Lodeizen zijn een paar dingen zó bekend dat iedereen ze kan opsommen: jonge dichter, vroeg gestorven, homoseksueel, weemoedige poëzie die het goed doet bij dolende pubers. Dit geijkte portret is in de loop stelselmatig bevestigd , maar zelden uitgebreid of bijgesteld. Dat doet biograaf Koen Hilberdink in deze biografie wèl. Hij reisde Lodeizen achterna naar Marokko en Amerika, sprak vrienden en familie en kreeg als eerste inzage in alle bewaard gebleven persoonlijke documenten. Hij onderzocht de sociaal-historische context waarin Lodeizen opgroeide; het welgestelde Wassenaarse milieu van waaruit de zoon van een succesvol zakenman uitgroeide tot een oorspronkelijk dichter. Maar ook laat hij zien hoezeer het jonge leven van Lodeizen bepaald werd door het zoeken naar zijn seksuele identiteit, verlangend naar een persoonlijke vrijheid die in het geheel niet vanzelfsprekend was - zeker niet in de periode rond de Tweede Wereldoorlog. Hij ontdekt hoe Lodeizen in botsing kwam met zijn ouders en de nationale autoriteiten, en legt onthutsende feiten bloot. Gaandeweg ontstaat een beeld van een jonge man die de wereld wist te bekoren met zijn fijngevoelige poëzie en die zelf intussen sterk bekoord werd door de achterkant van de beschaafde wereld. Hij zocht de schoonheid maar ook het leven - en ontdekte dat die twee niet altijd samengingen. Koen Hilberdink is literatuurwetenschapper en werkzaam bij de Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij promoveerde op Ik ben een vreemdeling. Ik sta apart. Een biografie van Paul Rodenko (2000) en was de bezorger van Rodenko's essays en kritieken.