London 1919. In Hyde Park komt Konstantin Duvall op verdachte wijze om het leven. Duvall was de oprichter van Het Arcanum, een uiterst geheim genootschap dat in het leven is geroepen om de wereld tegen de opmars van kwade machten te behoeden. De befaamde detective Sir Arthur Conan Doyle, ook lid van het genootschap, vermoedt dan ook dat het geen ongeluk was. Dan ontdekt hij dat er een belangrijk artefact uit Duvalls nalatenschap is ontvreemd: het mysterieuze Boek van Enoch, een boek dat het einde der tijden niet alleen aankondigt maar ook zou kunnen inluiden en dat spoorloos uit de annalen van de geschiedenis is verdwenen. Conan Doyle reist naar New York. Waar hij geconfronteerd wordt met een serie gruwelijke moorden. Hoe dichter hij en zijn metgezellen het boek op het spoor komen, hoe duidelijker blijkt welk een verbijsterende omvang het complot heeft dat tegen het genootschap wordt gesmeed.