Archiefvernietiging is de derde dichtbundel van Hanz Mirck. Hoewel hij wordt geroemd om zijn veelzijdigheid en zijn experimenten, is hij op zijn best wanneer hij zegt wat hij te zeggen heeft, met humor, filosofie, muziek en verrassende associaties. In Archiefvernietiging brengt hij de poëzie terug naar waar ze ontsprong: de raadselachtigheid en de schoonheid van het bestaan; de liefde, en vooral de dood. Zijn gedichten daarover zijn niet vaag, maar uiterst concreet en modern. 'Paradijs' Een boek over het paradijs is geen routebeschrijving: leer het uit je hoofd en je weet niets. Schrijf het en het zal je frustreren. Net zomin als bezit leidt tot geluk, veel licht tot begrip van een tekst, de zinloosheid van de wereld een zinnige filosofie is - tussen Eufraat en Tigris is alles wat je onthouden moet. Bedenken hoe je niet in het paradijs komt is bijna paradijselijk, een plek waar een slang de vrouw beter kent dan haar man Gidsen spreken uit brandende struiken, onweersbuien, van explosies is de weg gemaakt, vaders ziekbed is eindbestemming van de bus, het is waar je namen geeft aan wat je ziet, pas als je buiten staat bedenk je hoe het daar moet heten, het is niet de plek waar wij onszelf kennen: waar wij ons vergaten heet het paradijs Hanz Mirck (1970) won diverse prijzen voor zijn proza, poëzie en columns en debuteerde in 2002 met de dichtbundel Het geluk weet niets van mij, die werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en door Gerrit Komrij en Neeltje Maria Min tot aanrader voor de Nationale Poëzieclub werd bestempeld. In 2005 verscheen zijn romandebuut Het godsgeschenk. Een tweede dichtbundel, Wegsleepregeling van kracht, verscheen in 2006. Deze bundel werd bekroond met de J.C. Bloemprijs.