Met deze nieuwe monumentale dichtbundel voltooit Jacob Groot een drieluik. In Natuurlijke Liefde (1998) en Zij Is Er (2001) werd de gelijktijdigheid van het zintuiglijke en het cerebraliteit geprezen. Heerlijkheid Van Luchtmetaal spitst die fusie toe. Deze poëzie wil psychedelisch en metafysisch zijn. Wat ze zegt wordt gevierd en losgezongen. Haar partituur is hemellicht, harde wind, edelbloedend water, felle helderheid. Daarin vindt haar taal de essentie die haar ontsnapt: ze bloeit open en begint exuberant te vloeien, vol kostelijke nieuwe betekenissen. De natuur is geen decor maar een podium, een bestaansgrond waarop de dichter haar gitaar aanslaat om zijn stem te verheffen.